dinsdag 12 januari 2010

IJskast

In het radio 1 programma “De praktijk” zit een rubriek waarin iemands ijskast wordt geïnspecteerd Het programma wordt aangekondigd met de zin “open uw ijskast en vertel me wie u bent”. Maar ze hadden kunnen zeggen; open uw ijskast en ik vertel u wie u bent. De inhoud van een ijskast is een heel mooi voorbeeld van een teken. Een teken is heel simpel een verwijzing naar iets anders. De tekst “Joop Kielema” verwijst naar mij als persoon, een verkeersbord verwijst naar de achterliggende verkeersregels, waardoor de borden betekenis krijgen. Onze kleding, de inrichting van ons huis en dus ook de ijskast: het zijn tekens.



Wat we zien in de ijskast kunnen we benoemen. Er ligt een fles bronwater in, C1000 sinaasappelsap, en slagroom van de Albert Hein. Wat we dan doen is alle tekens die we zien benoemen en beschrijven. Dit heet in de semiotiek het niveau van syntaxis. Een teken wordt beschreven zonder de betekenis te duiden. We zien dat er veel aangebroken pakken in de koelkast staan, zoals de fles bronwater, de slagroom en de appelmoes. Ook staan sommige dingen netjes in bakjes. Verder liggen er in totaal 3 flessen bronwater in de koelkast.
Maar we kunnen ook een niveau dieper kijken. Dan gaan we de ijskast bekijken als een uiting van het leef- en eetgedrag van de eigenaar. Wat er in de koekast staat, of niet, zegt iets over het gedrag van de eigenaar. Je bent wat in je koelkast staat . Kunnen mensen dingen weggooien of staat er veel in dat over de houdbaarheidsdatum is? Staat de ijskast vol met magnetronmaaltijden, met bier of met groenten en fruit? Op basis van wat we zien kunnen we een indruk maken van de persoon. Sommige mensen houden van opruimen. Ze hebben een overzichtelijke ijskast vol met tupperware bakjes. Anderen gooien hun spullen er willekeurig in. Daarmee kom je op het niveau van de semantiek: waar verwijst het teken naar? De inhoud van een koelkast verwijst naar iemands gedrag.
In deze koelkast zien we veel veelgebruikte levensmiddelen, zoals champignons, bronwater, jam. Bijna alles is van huismerken. De eigenaar van de koelkast heeft weinig geld, hecht niet aan eten, of is zuinig. Als een soort Sherlock Holmes kunnen we de boodschappen die de koelkast ons geeft analyseren. De koelkast die we hier zien is nieuw en overzichtelijk. De eigenaar lijkt niet heel arm. Er zitten relatief veel producten in die niet voor de warme maaltijd worden gebruikt. Het enige verse is een krop sla. Blijkbaar eet de persoon niet vaak thuis. Er is niet veel ruimte voor eten. Iemand die vaak thuis eet zal niet zo snel 3 flessen bronwater in zijn koelkast leggen. Die zou de andere twee flessen buiten de koelkast bewaren om ruimte te maken voor het eten.
Of dit allemaal klopt weet ik natuurlijk niet. Het is een hypothese. Een semiotische analyse is gericht op het verbinden van de tekens om zo de betekenis te reconstrueren. Hoe meer tekens we hebben en hoe meer we deze met elkaar kunnen verbinden hoe sterker die betekenis wordt verankerd. Wat zeker is, is dat met de inhoud van deze koelkast geen bijzondere maaltijd kan worden bereid. De eigenaar is geen liefhebber van lekker eten. Iemand die van lekker eten houdt zal nooit alleen deze ingrediënten in zijn koelkast hebben staan. Dat is een hypothese die waarschijnlijk niet weerlegd wordt.

3 opmerkingen:

  1. Nou, de eigenaar kan natuurlijk ook regelmatig buiten de deur eten en naar bijzonder dure restaurants gaan en dus wel een liefhebber van lekker eten zijn... ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze hypothese is gezien de inhoud van de koelkast onwaarschijnlijk. heeft iemand die van lekker eten houdt een potje euroshopper appelmoes in de koelkast staan?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja, want als je van lekker eten houdt en veel buiten de deur eet, moet je ergens op bezuinigen... ;-)

    BeantwoordenVerwijderen