vrijdag 13 augustus 2010

Gregory Bateson


Het boek ‘Mind and Nature’ van Gregory Bateson is bepalend geweest voor mijn denken. Ik heb het boek eind 1989 op een regenachtige vrijdagmiddag gekocht. Op aanraden van een vriend van mij, met wie ik op de campus in Twente naar de boekhandel was gegaan. Ik had er nog nooit van gehoord. Ik was meteen verkocht.
Bij het doorbladeren sprak de titel van één van de eerste paragrafen me al meteen aan: “wetenschap bewijst nooit iets”. Ik denk dat deze simpele titel bij mij iets opriep. Het refereerde vooral aan mijn twijfels dat een wetenschapper de ultieme waarheid in pacht heeft. In dezelfde tijd was ik lid geworden van de Stichting Skepsis, een stichting die zich inzet voor de bestrijding van allerlei rare denkbeelden als aardstralen, homeopathie en pseudo-wetenschap Voor deze stichting is wetenschap het hoogste goed. Ik was zelf wetenschapper, maar geloofde niet in de grote macht van wetenschap. Ik zocht naar een positie die wetenschap niet boven, maar tussen de mensen plaatste. Bateson gebruikte de semiotiek van Peirce als uitgangspunt om te laten zien dat kennis altijd gebonden is aan de waarnemer. Door ons handelen, leren we de wereld kennen. En die kennis is net zo afhankelijk van ons als van de wereld om ons heen. Hoe we over de wereld denken zegt niet alleen iets over de wereld om ons heen, maar ook over ons. We beschouwen mensen nu als informatieverwerkers. Maar mensen zijn geen informatieverwerkers, we beschouwen ze als informatieverwerkers. Informatieverwerking is een metafoor. De mens wordt gezien als een computer, die zich evolutionair heeft aangepast. De computermetafoor is de meest dominante metafoor die we hebben. Ze helpt ons om dingen te begrijpen, maar het blijft een metafoor. Een taalkundig en cultureel fenomeen en dus een weerspiegeling van de dominante technologie. Zoals 100 jaar geleden de mens als mechanische machine de dominante metafoor was.
Wat me in het boek ook aansprak was de toon. In Mind and Nature komt de auteur zelf heel duidelijk aan het woord. Het is geen boek waarin de auteur zich uit de tekst schrijft. Wetenschap is juist heel sterk gericht op het laten verdwijnen van de auteur om zo objectiviteit en onafhankelijkheid te suggereren. Dat was ook al iets wat me in mijn studie psychologie opviel: psychologen leunen erg tegen de exacte wetenschappen aan. Met statistiek en experimentele methoden worden ‘wetmatigheden’ in menselijk gedrag gezocht, terwijl dit bij mij nooit een reëel beeld van de menselijke psyche opriep. Juist doordat Bateson als persoon naar voren kwam, kwam de kennis bij mij tot leven. Bateson was bovendien erg mooi stijlvast: als kennis niet zonder de waarnemer kan dan mag die waarnemer ook niet uit beeld verdwijnen.