maandag 2 november 2015

Verandering en ervaren

“Je stapt nooit twee keer in dezelfde rivier” is een uitspraak die veelal wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Heraclitus. In zijn prachtige boek “Water” wijst de Nijmeegse hoogleraar filosofie RenĂ© ten Bos erop dat deze uitspraak over de rivier naar alle waarschijnlijkheid niet van Heraclitus is. Wel de volgende dichtregel: “Op wie in dezelfde rivier stapt, stroomt steeds ander water toe”. In enkele krachtige zinnen geeft ten Bos daarna aan wat de essentie van deze dichtregel is: “Wat we ervaren is de verandering. We ervaren geen orde. Die
denken we er alleen bij”. We ervaren het water over onze voeten. En de plek waar dat water stroomt noemen we de rivier. Dat deel bedenken we erbij. 

 Een verandering is altijd een verandering ten opzichte van iets anders. Ik kan naar de keuken lopen omdat de keuken stilstaat. Wat ik ervaar is de verandering. Namelijk dat ik van de woonkamer naar de keuken loop. Ik ervaar niet de stilstand van de keuken. Stilstand hoort bij objecten. Als ik van een blaadje papiertje een propje maak, verander ik een object van de ene stilstand naar de andere stilstand. Zo wordt ook vaak over organisatieverandering geschreven. De organisatie verandert van een blaadje papier in een propje. Of in de gedachten van veel managers hopelijk andersom: de organisatie wordt geacht zich om te vormen van een ordeloos propje papier naar een mooi recht blaadje. Een organisatie is echter geen object. Het begrip organisatie is een concept. Dat wil zeggen een bedenksel waarmee we ordening aanbrengen in de ervaring om ons heen. Die constante verandering van mensen aan het werk wordt gestold in de manieren waarop we deze constante verandering beschrijven. Bijvoorbeeld in harkjes of in procesbeschrijvingen. Organisaties zijn manieren om onze ervaringen te vatten in beelden of woorden. Organisatieverandering is dus geen verandering van een object. De organisatie transformeert van ene bedachte orde naar een andere orde. Of om ten Bos te parafraseren: van het ene bedenksel naar het andere bedenksel. Uit deze redenering volgt de wat merkwaardige, maar wel zeer terechte conclusie, dat organisatieverandering zowel wel als niet bestaat. Ze bestaat omdat er altijd iets stroomt in de organisatie. Dat is de ervaring van de constante verandering. Organisatieverandering bestaat niet in de zin dat het een transitie is van de ene toestand naar de andere toestand. Die stabiele tostand bestaat eenvoudig weg niet. Ik lees nog steeds veel managementboeken en –artikelen met in de inleiding de opmerking dat de wereld steeds sneller verandert. En het antwoord daarop schijnt te zijn dat organisaties ook sneller moeten veranderen. Met die veranderingen worden dan vooral grote veranderingen bedoelt. Zeg maar de veranderingen van de prop naar een net papiertje. Maar vergeten wordt dat als de wereld snel verandert, we als mensen ook snel veranderen. Dus ook als de organisatie niet lijkt te veranderen, vinden er grote veranderingen plaats. Die veranderingen zijn zo normaal dat we ze niet zien. Het zijn de veranderingen waar we geen naam voor hebben. Dat zijn de echte veranderingen. Die gaan gewoon vanzelf.
Deze blog verscheen eerder in Ingovernment