maandag 2 juli 2018

Pleidooi voor behoudzucht

In zijn roman La Superba schetst Ilja Leonard Pfeiffer twee schijnbaar diametraal tegen elkaar aanstaande beelden van Italianen. De eerste beschrijving (p. 29) begint met een gezegde:’come si deve’. Alles moet zijn zoals het hoort. Hij geeft eten als voorbeeld: ‘Iedereen is het erover eens dat het (spaghetti a la ragù) moet smaken zoals het altijd heeft gesmaakt. Pfeiffer trekt dat door naar de hele Italiaanse maatschappij: ‘Maar zo is het hele leven in Italië van wieg tot graf….. Het leven is als een liturgische kalander van jaarlijks wederkerende familiefeestjes, familie-uitjes, verjaardagen, naamdagen uit- en thuiswedstrijden, voorrondes en finales’.
Als iemand aan de hoofdpersoon van de roman vraagt waarom hij van het geweldige Nederland naar Italië is gegaan, komt hij tot de volgende conclusie: ‘hier in Italië spreekt niets vanzelf en moet alles telkens weer bevochten worden. Omdat het systeem niet werkt…Dit hele Italië hangt van improvisatie aan elkaar. Daarom zijn de Italianen de meest vindingrijke, veerkrachtige en creatieve mensen die ik ken. Ik geniet daarvan’. (p.50-1)
In zijn beschrijving is Italië een invers Nederland. Dingen doen, zoals ze horen is een vloek in de kerk van het vooruitgangsdenken. In Nederland heb je twee soorten mensen: zij die alles anders willen en zij die zouden willen dat alles nog zo was als vroeger. Over dat laatste, namelijk dat alles is veranderd,  zijn ze het eens. Het oordeel daarover is tegengesteld. Maar verandering lijkt wel de norm te zijn. Vernieuwing van onderwijs, hervorming van de belastingen, vernieuwde formules van wasmiddelen, supermarkten met food corners: we zijn dol op nieuwe dingen. Maar we houden niet van improviseren. Alles moet wel goed geregeld zijn. Ordelijk, duidelijk. In De Efteling zal nooit een bezoeker verdwalen. Het tovenaarspark is een toonbeeld van ordening en duidelijkheid. Evenementen beginnen altijd op tijd, wat op de menukaart staat is in huis, je betaalt wat er op het prijskaartje staat. In het zich continu veranderende leven van de Nederlander is geen ruimte voor verrassingen.
Is Italië dan een land van creativelingen die bekneld zitten in het keurslijf van de traditie, en is Nederland een land van door boekhouders bedachte veranderingen? In Nederland lijken we vooral te denken dat stilstand achteruitgang is. In Italië is stilstand een kwaliteit. Beide stellingen zijn waar.
Laten we in Nederland maar eens uitgaan van stilstand. Van kwaliteit. Kwaliteit ontstaan uit een traditie. Dus dingen die wel al heel lang doen, doen we goed. Alles lijkt in ons denken te draaien om wat er beter kan. Maar laten we het eens omdraaien en kijken wat we moeten doen om het goede te bewaren. In plaats van het slechte te verbeteren. Ik weet niet wat het oplevert. Misschien worden we meer Italië.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten