zondag 7 december 2014

MONDIGHEID

Transparantie lijkt een groot goed. Een transparante overheid maakt het immers voor burgers mogelijk om controle uit te oefenen. Als we niet weten wat de overheid doet, weten we ook niet of ze het goed doet. Toch is dat helaas wat te eenvoudig gesteld. Transparantie in theorie is iets anders dan transparantie in de praktijk. En dat heeft alles te maken met ons gedrag. Transparantie van salarissen zou in theorie bijvoorbeeld een regulerende werking moeten hebben. Iedereen weet wat mensen verdienen en zo kunnen de grootverdieners worden aangesproken op hun buitensporige salarissen.
Oud bestuursvoorzitter Karel Vuursteen van Heineken benoemt in een interview met de NRC van 16 augustus 2014 het effect op menselijk gedrag: ‘Er is een enorme vlucht gekomen in de ontwikkeling van salarissen. Dat komt door transparantie. Iedereen weet van elkaar wat hij verdient- en niemand wil degene zijn die het minste verdient.’ Ook consumenten reageren op transparantie, zoals directeur Steven van der Heijden van Corendon in diezelfde NRC constateert: ‘Internet heeft alles veranderd. Niet alleen qua verkoop, maar ook doordat klanten meer macht hebben. Als een hotel op recensiesite Zoover een 6,5 of minder scoort, dan is het meteen onverkoopbaar.’
Een zekere mate van vertroebeling is dus misschien niet zo erg. Als een hotel een 6,5 heeft gekregen, dan zijn er ook mensen die het een 8 hebben gegeven, niet alle staatsgeheimen hoeven op straat te liggen. Als alle snelheidscontroles bekend zijn weet je precies waar je straffeloos te hard kunt rijden.

Er zijn mensen die menen dat transparantie betekent het maken van rangordes in kwaliteit van scholen, universiteiten en ziekenhuizen. Met enige regelmaat hoor ik wetenschappers klagen over de ratrace van scoren op aantallen publicaties. Aandacht voor meer publicaties leidt tot ehh …meer publicaties. Scholen gaan oefenen op citotoetsen en zo leidt meer aandacht voor citotoetsen tot hogere citotoetsen, niet tot slimmere kinderen.
Maar gelukkig laat niet iedereen zich leiden door cijfers. Er gaan nog altijd mensen met veel plezier eten in middelmatige restaurants. En marketeers hebben ontdekt dat moderne mond tot mond reclame (door op facebook dingen te delen) ook zeer effectief is. Dus als de buurvrouw zegt dat ze ergens lekker gegeten heeft, is dat soms een betere aanbeveling dan cijfers op Iens. Gelukkig maar. Want dat is wat me altijd weer gerust stelt. We laten ons nooit helemaal gek maken door transparantiefetisjisten. En juist dat vind ik zo mooi aan Nederland. Er zijn genoeg mensen die zeggen dat transparantie niet de oplossing is. Mondige burgers die de vrijheid hebben om hun zegje te doen. Dat is ons grootste goed. Laten we dat koesteren.
Dit bericht verscheen eerder in InGovernement

Geen opmerkingen:

Een reactie posten