“De combinatie van neoliberalisme, digitalisering en een
overmatig accent op cijfers heeft een dubbelzinnig effect: we leven in een
dwingende maatschappij, waar de autoriteit zoek is” Schrijft Paul Verhaeghe in
zijn boek Identiteit. Deze uitspraak is me uit het hart gegrepen. Het sluit ook
goed aan bij alles waar in mijn blogs de afgelopen jaren voor gepleit heb:
onderling vertrouwen, een menselijke maat en het zoeken naar betekenis en
zingeving in plaats van zogenaamd objectieve cijfers. Het moge duidelijk zijn,
ik ben geen neoliberaal. Ik zie het grijnzende hoofd van Gerrit Zalm al voor
me, als de directie van de NS bij hem langs komt om te vragen of ze het bod van
de HSL naar beneden mogen bij stellen. “Jullie hebben zelf bedacht dat je het
voor die prijs kon doen.” hoor ik hem al zeggen. De parlementaire
enquêtecommissie Fyra maakt vooral duidelijk dat zaken doen de afgelopen 10-15
jaar vooral gebaseerd was op onderling wantrouwen. Het was natuurlijk niet het
uitgangspunt, maar wel het resultaat van de manier waarop de partijen onderling
met elkaar omgingen. Het uitgangspunt daarbij was (en is) dat iedereen
verantwoordelijk is voor zijn eigen deel. Als je het slecht speelt heb je pech,
je eigen schuld. De resultaten van de commissie Elias geven precies hetzelfde
beeld: leveranciers beloven gouden bergen, die ambtenaren en politiek maar wat
graag willen afnemen. En als het misgaat graven beide partijen zich in. Maar
beide partijen hebben elkaar ook nodig. Zo ontstaat er een situatie waarbij de
overheid denkt dat IT leveranciers hen het liefst willen bedonderen en ICT
leveranciers de overheid zien als een klant die het liefst voor een dubbeltje
op de eerste rang willen zitten. Geen constructieve samenwerking.
Dit beeld behoeft wel enige nuance. Veel mensen zijn oprecht
begaan met de materie, willen elkaar graag helpen. Maar het neoliberale kader
van waaruit ze hun werk moeten doen, maakt het onmogelijk om op basis van
gelijkwaardigheid te werken.
Onderling wantrouwen is sterk verbonden met meer controle
(cijfers), meer regels, strengere procedures, meer toezichthouders en meer
managers. Om maar even wat effecten van het neoliberalisme te noemen. En wat
gaan we dan doen om dit te verminderen? Reorganiseren, automatiseren,
kengetallen en PKI’s, Lean Management. Om maar wat managementtermen te
gebruiken. Of te wel meer neoliberale maatregelen. We willen zelfsturing en
meer eigen verantwoordelijkheid. Maar dat krijgen we niet. We creëren de
dubbelzinnigheid die Verhaeghe schetst. Namelijk meer eigen
verantwoordelijkheid gekoppeld aan meer controle en afrekenen op resultaten
waar mensen maar zeer beperkt invloed op kunnen uitoefenen.
Het kan natuurlijk ook anders. Ik sprak eens een manager
Innovatie die zijn team helemaal vrij laat in het gebruik van de credit card.
Als ze iets nodig hebben, kunnen ze het zelf kopen en hij vertrouwt er op dat
ze zelf wel verantwoordelijke beslissingen kunnen nemen. Dat is heel wat beter
dan maatregelen, waarin alle betalingen boven de €50,- door een manager moeten
worden goedgekeurd.
Managementtheorieën zijn geen neutrale theorieën. Het zijn
ideologieën over hoe je het beste kan organiseren. In Nederland leggen we ons
oor veel te veel te luister bij Amerikaanse managementgoeroes. Management gaat
niet over cijfers of herstructureren. Management is een sociaal proces en gaat
dus over dingen als omgaan met emoties, samenwerken, betrokkenheid,
solidariteit. Goed management is met elkaar meeleven, niet goede cijfers halen.
Dit bericht verscheen eerder in Ingovernement.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten