Als iemand aan de hoofdpersoon van de roman vraagt waarom
hij van het geweldige Nederland naar Italië is gegaan, komt hij tot de volgende
conclusie: ‘hier in Italië spreekt niets vanzelf en moet alles telkens weer
bevochten worden. Omdat het systeem niet werkt…Dit hele Italië hangt van
improvisatie aan elkaar. Daarom zijn de Italianen de meest vindingrijke,
veerkrachtige en creatieve mensen die ik ken. Ik geniet daarvan’. (p.50-1)
In zijn beschrijving is Italië een invers Nederland. Dingen
doen, zoals ze horen is een vloek in de kerk van het vooruitgangsdenken. In
Nederland heb je twee soorten mensen: zij die alles anders willen en zij die
zouden willen dat alles nog zo was als vroeger. Over dat laatste, namelijk dat
alles is veranderd, zijn ze het eens.
Het oordeel daarover is tegengesteld. Maar verandering lijkt wel de norm te
zijn. Vernieuwing van onderwijs, hervorming van de belastingen, vernieuwde
formules van wasmiddelen, supermarkten met food corners: we zijn dol op nieuwe
dingen. Maar we houden niet van improviseren. Alles moet wel goed geregeld
zijn. Ordelijk, duidelijk. In De Efteling zal nooit een bezoeker verdwalen. Het
tovenaarspark is een toonbeeld van ordening en duidelijkheid. Evenementen
beginnen altijd op tijd, wat op de menukaart staat is in huis, je betaalt wat
er op het prijskaartje staat. In het zich continu veranderende leven van de
Nederlander is geen ruimte voor verrassingen.
Is Italië dan een land van creativelingen die bekneld zitten
in het keurslijf van de traditie, en is Nederland een land van door boekhouders
bedachte veranderingen? In Nederland lijken we vooral te denken dat stilstand
achteruitgang is. In Italië is stilstand een kwaliteit. Beide stellingen zijn
waar.
Laten we in Nederland maar eens uitgaan van stilstand. Van
kwaliteit. Kwaliteit ontstaan uit een traditie. Dus dingen die wel al heel lang
doen, doen we goed. Alles lijkt in ons denken te draaien om wat er beter kan. Maar
laten we het eens omdraaien en kijken wat we moeten doen om het goede te
bewaren. In plaats van het slechte te verbeteren. Ik weet niet wat het
oplevert. Misschien worden we meer Italië.